NRC: Broertjes en zusjes blijven bij uithuisplaatsing niet altijd samen
Bron: NRC
Datum: 29 september 2020
Auteur: Anne-Martijn van der Kaaden
Uithuisplaatsing. Kinderrechtenorganisaties starten een campagne tegen het scheiden van broers en zussen bij uithuisplaatsing. Maar de opties blijken beperkt.
Het was op zichzelf geen opvallende zaak, vorig jaar maart in de rechtbank Den Haag. Drie kinderrechters bogen zich over het lot van twee broertjes die wegens omstandigheden al bijna een jaar bij hun opa en oma woonden. Ze vertoonden zorgelijk gedrag. Er waren incidenten geweest op school en volgens betrokken jeugdbeschermers konden de grootouders de opvoeding van de jongens niet aan. Ze verzochten de rechtbank om een machtiging tot uithuisplaatsing. Het jongste broertje zou tijdelijk in een Rotterdamse jeugdzorginstantie gaan wonen, de oudste moest naar een gesloten instelling in het oosten van het land.
Wat de zaak vooral bijzonder maakt, is waarom de rechters dit verzoek afwezen. Hoewel de broertjes „passende hulpverlening” moesten krijgen, achtte de rechtbank hun uithuisplaatsing niet noodzakelijk. Het was „in hun belang” bij familie op te groeien. Sterker nog: ze hadden recht op gezinsleven, schreven de rechters in hun vonnis. Ze verwezen onder meer naar het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind en de Richtlijnen voor Alternatieve Zorg van de Verenigde Naties, die niet alleen het belang van kinderen „om in hun eigen omgeving te blijven” benadrukken, maar ook dat „bestaande relaties bestendigd” worden en broers en zussen „in beginsel niet gescheiden”.