Trainingen op het gebied van nuldelijns psychosociale ondersteuning worden op de volgende hoofdzaken beoordeeld:

Inhoud van de cursus aan de hand van eindtermen

Voor accreditatie moet een training deelnemers in staat stellen om negen kennis gerelateerde en vier vaardigheidsgerelateerde eindtermen te behalen.

De aanvrager dient in de aanvraag te onderbouwen hoe deze eindtermen in de training worden behandeld en hoe de eindtermen worden bereikt.

  • Kennis over de taken, verantwoordelijkheden en beperkingen van een nuldelijns psychosociaal ondersteuner;
  • Kennis over kenmerken en typen van ingrijpende incidenten;
  • Kennis van acute en langdurige psychologische en lichamelijke stressreacties bij slachtoffers van ingrijpende gebeurtenissen;
  • Kennis over verschillende manieren van verwerking en veelvoorkomende praktische en emotionele behoeften van getroffenen;
  • Kennis over factoren die het verwerkingsproces beïnvloeden, waaronder factoren die de kans op psychische klachten vergroten en kunnen verkleinen;
  • Kennis over de mogelijke (positieve) invloed van het systeem (al dan niet beschikbaarheid sociaal netwerk, familie, werk) op degene die is blootgesteld aan ingrijpende ervaringen en beseft dat culturele en genderaspecten hierop van invloed kunnen zijn;
  • Basale kennis van de evidence-based behandelmethoden voor psychische klachten na ingrijpende gebeurtenissen (voor adequate doorverwijzing indien nodig);
  • Kennis en vaardigheden wat betreft de do’s en don'ts in nuldelijnsondersteuning; Don'ts zijn bijvoorbeeld het gedetailleerd ingaan op ervaren emoties tijdens de ingrijpende gebeurtenis (emotionele debriefing).
  • Kennis over hoe om te gaan met vertrouwelijke informatie en gegevens;
  • Gespreksvaardigheden zoals empathische reacties, luisteren, open vragen stellen, samenvatten en geruststellen en specifieke nuldelijnsondersteuningtechnieken in het bijzonder: psycho-informatie en (praktische)ondersteuning;
  • Vaardigheden wat betreft het signaleren van getroffenen die professionele begeleiding nodig hebben en weten wanneer door te geleiden, inclusief kennis van de sociale kaart voor effectieve doorgeleiding;
  • Vaardigheden om het sociale netwerk te activeren en de zelfredzaamheid te bevorderen;
  • Vaardigheden op het gebied van het kennen van de eigen en andermans grenzen.

De kennis in de training dient gebaseerd te zijn op recente wetenschappelijke literatuur en aangetoond te worden door adequate bronvermelding.

Bekwaamheid van docenten

Een trainer moet aantoonbare ervaring en expertise hebben in trainen en het bieden van psychosociale ondersteuning na ingrijpende ervaringen. Blijkend uit:

  1. Aantoonbare pedagogische/ didactische scholing en/of ervaring met het trainen van gedrag.
  2. Aantoonbare kennis van psychotrauma en psychosociale ondersteuning na ingrijpende gebeurtenissen.

De accreditatiecommissie vereist dat de opleiding gegeven wordt door gekwalificeerde opleiders. Daarom vragen zij om in het aanvraagformulier een beschrijving te verstrekken van de vereiste kwalificaties waaraan de opleider moet voldoen.

Wijze van toetsing

Het is cruciaal dat de eindtermen van de training objectief worden beoordeeld. De verantwoordelijkheid voor het beoordelen van kennis en vaardigheden aan het einde van de training ligt bij de opleiders. In het aanvraagformulier wordt gevraagd om een onderbouwing van de toetsingsmethoden te geven en een voorbeeld van het toetsingsmateriaal te verstrekken. Voorbeelden van toetsingsmethoden zijn te vinden in de Accreditatie- en Certificeringnota Nuldelijns Psychosociale Ondersteuning van oktober 2018.